Hoe data je vertelt of je een app nodig hebt (en wat die app dan moet doen)

Hoe de data je vertelt of je een app nodig hebt (en wat die app dan moet doen)

Data zijn vreemd. Ze kunnen je dingen vertellen die je nog niet weet, maar dat doen ze alleen als je duidelijke vragen stelt. In dit blog vertellen we je waar je moet beginnen als je nog geen data hebt. En waar je heen moet om de data te verzamelen die je nodig hebt. 

Een tijdje terug hadden we een heel leuk webinar met, onder andere, mensen van AMV, het moederbedrijf van AutoTrack. (kijk het webinar hier terug). Eén van de bijzondere dingen die daar ter sprake kwam, was dat de data AMV vertelden dat er een AutoTrack-app moest komen. 

Hoe zit dat? 

Toen we in het gesprek wat dieper in het proces doken, bleek dat de data niet spontaan waren binnengekomen. Het team was heel bewust op zoek gegaan naar een antwoord op de vraag: ‘Hebben we voor AutoTrack een app nodig?’ 

Ze waren op zoek naar de data. En die vonden ze met een experiment. 

De moed om te experimenteren 

Op basis van ‘onderbuikgevoel’ en een algemene blik op de markt, vermoedde het team van AutoTrack dat er een groep autokopers was die graag in een app naar auto’s wilde zoeken. Die aanname was logisch, want auto’s zijn een product met een vrij lang aankooptraject waarbij je als gebruiker de behoefte hebt om voorkeuren en favorieten op te slaan, informatie te delen met anderen en verschillende opties te vergelijken. Allemaal typische app-functionaliteiten. Maar het bleef een aanname. Om hun vermoeden te testen zette het team ze de bestaande AutoTrack-site in een appframe en uploadden dat naar de App Store. De conversie op deze ‘app’ bleek uitstekend. 

Met dit soort, vrij goedkope en snelle, experimenten kun je kijken waar en hoe je klanten het liefst met je interacteren. Maar je moet dus wel ergens beginnen. Want over dingen die je nog nooit geprobeerd hebt, heb je ook geen data. Het begint dus altijd met een team dat bij elkaar zit en, op basis van eigen marktinzicht en ervaring, met een idee komt. 

Wat je daarna vooral nodig hebt, is moed. De moed om te experimenteren. De moed om een app, waarvan je weet dat hij niet geweldig is, zomaar in de App Store te zetten om te zien wat er gebeurt. Natuurlijk beperk je de risico’s en doe je geen domme dingen (de AutoTrack-app werd uitgerold naar een zeer beperkte groep gebruikers), toch is het best eng om je aannames zo in het openbaar te laten checken. 

Manieren om data te verzamelen 

Het verzamelen van data en inzichten begint meestal niet in de App Store. Er zijn heel veel manieren om uit te vinden of je idee gaat werken. Zomaar een paar ideeën: 

– Kijk naar je eerdere tests en projecten. Wat kun je leren van andere apps, andere merken en eerdere developmentprojecten? 

– Kijk naar de concurrentie. Digitale ontwikkelingen gaan snel, ook in jouw markt. En je concurrenten zijn ook aan het innoveren. Houd ze dus goed in de gaten en zoek manieren om hun ideeën en experimenten te verbeteren, te overtreffen en te gebruiken in je eigen toepassingen. 

– Kijk om je heen in de wereld. Algemene digitale ontwikkelingen vertellen je ook veel over je doelgroep. Een trend is bijvoorbeeld dat alles steeds visueler wordt. Hele duidelijke voorbeelden zijn Instagram en TikTok, maar kijk ook eens hoe de apps van Funda, Booking.com of AirBnB zich ontwikkeld hebben: afbeeldingen worden steeds belangrijker in de digitale ervaring. En er zijn vast nog meer trends waar je iets mee kunt. Kun je aansluiten bij hoe mensen chat-apps of sociale media gebruiken? Kun je iets leren van Netflix of Spotify? 

– Praat zo vroeg mogelijk met klanten. Laat een panel van 5 of 6 echte klanten kijken naar de moeilijkste UX-keuzes die je hebt. Zij kunnen je vertellen wat werkt en wat niet. Doe dit vaak en snel, want het behoedt je voor dure vergissingen. Nog beter dan praten met klanten, is om klanten gewoon je telefoon te geven en ze met je app te laten werken. 

– Laat professioneel extern gebruikersonderzoek doen. Dat is de beste manier om echt neutrale data te krijgen over je gebruikerservaring. Als je wat verder bent met de ontwikkeling van je concept, is dit een absolute noodzaak. 

Veel ideeën testen, veel ideeën schrappen 

Het is voor een creatief team heel moeilijk om aan meerdere ideeën tegelijk te werken. Tegelijkertijd is het belangrijk om veel verschillende ideeën te testen, omdat je nooit van tevoren weet wat werkt en wat niet. In het webinar noemde Ralph Bom van Onstuimig dat ‘breed gaan en dan vernauwen’: in het begin van je proces evalueer je zo veel mogelijk verschillende oplossingen, maar daarna ga je snel naar één ding toe, bijvoorbeeld een mobiele app, en concentreer je al je creatieve energie daarop. Die ene oplossing kun je heel snel en heel vaak aanpassen en steeds weer voorleggen aan je gebruikers. Zo begint de fase van finetunen. 

Stel een doel 

Niets inspireert innovaties beter dan een ambitieus einddoel. Door jezelf een doel te stellen dat met je huidige technologie eigenlijk niet haalbaar is, dwing je jezelf om nieuwe dingen te proberen. Bepaal dus waar je over een paar maanden wilt staan en ga aan het werk: bedenk manieren om supersnel tot een prototype te komen. En bouw daarna dat prototype supersnel uit tot een winnende klantervaring. 

Nieuwsgierig geworden naar de rest van het gesprek? Kijk hier het webinar terug.Â